Zeeuwse delta
De Zeeuwse delta, dus ook de Oosterschelde, is hierin onmisbaar als broedgebied, tussenstop- en/of overwinteringsgebied. Er is ruimte, rust en voedsel gedurende het hele jaar. Dit komt door de combinatie van binnendijks gelegen natuurgebieden en de buitendijks gelegen schorren, slikken en platen. Langs de trekroute zijn maar weinig gebieden die dit allemaal hebben.
jonge kluut
Wie, wat, waar:
Bontbekplevier
zomergast: broedend (zeldzaam) en doortrekkend
broedt op kwetsbare plaatsen op de grond: strand met veel schelpen, zandbanken e.d.
bijzonder goed gecamoufleerd
eten insecten en kleine bodemdiertjes
Smient
wintergast oktober/november tot maart/april
fluiteend: kenmerkende roep
opvallend uiterlijk
vegetariër: polders, schorren en inlagen
Visdief
zomergast komt eind maart, gaat eind oktober
broeden tussen kleine kolonies kokmeeuwen
zeezwaluw: fijn gebouwd en behendig in de lucht
vissen vlak achter de dijk
Rosse grutto
mei voorjaarstrek en augustus/september najaarstrek
In Nederland zwijgzaam
zoeken bodemdiertjes in het slik, zand en tussen de stenen